Marian Leenders begeleidt als coach veel cliënten met een burnout. Bij de eerste indruk is er aan deze mensen vaak niets te zien. Bij doorvragen blijkt er meer aan de hand te zijn. Meestal een samenloop van omstandigheden, bijvoorbeeld: te lang doorgegaan met werk dat niet lekker loopt, te lang financiële zorgen gehad, gezondheidsproblemen in de familie. En van de een op de andere dag gaat er iets niet meer.
Zo krijg ik te horen: ‘En toen ineens kon ik de auto niet meer besturen’, ‘Ik wist op mijn werk ineens niet meer wat ik moest doen’, ‘ik herstelde slecht van een griep, die duurde veel langer dan anders’ enz. De omgeving begrijpt niet altijd wat er aan de hand is omdat je een burnout aan de buitenkant niet kunt zien. Wat dat betreft kun je beter een been breken.
Combinatie van factoren
Veel mensen staan onder druk. Door de economische crisis zijn veel mensen langer in een baan blijven ‘hangen’ dan voorheen, omdat ze bang zijn voor onzekerheid en financiële consequenties. En door de bezuinigingen van de afgelopen jaren moet er met minder mensen veel méér werk worden verzet, dus dat geeft spanningen. Vooral bij mensen die zich heel betrokken voelen bij het werk. Hoe ver laten zij het eigenlijk komen? Wat hebben ze er voor over (gehad) om in het belang van de lieve vrede of het behoud van de baan over hun grenzen te gaan? En bij de hierboven genoemde cliënten hoorde ik bij allemaal hetzelfde antwoord: ‘te veel’.
Bij veel stress of als je tegen overspannenheid aanzit, is er nog een ommekeer mogelijk. Dan kun je nog maatregelen nemen. Als er echter sprake is van chronische moeheid, slapeloosheid en/of gebrek aan concentratie kan letterlijk en figuurlijk ‘het licht uitgaan’, want je bent ‘opgebrand’ oftewel burnout. Dan kun je niet meer anders dan pas op de plaats maken.
Als diagnose-instrument gebruik ik vaak de werkdruktest en de burnouttest. Nadat de cliënt deze vragenlijsten heeft ingevuld, heb je samen een goed beeld in welke aspecten van het werk of privéleven een probleem schuilt of waarin in de beleving van de cliënt een grens overschreden is. Zo kan de cliënt zich machteloos en niet gewaardeerd voelen of aan tegenstrijdige eisen moeten voldoen. Als je er samen achter bent waar de schoen wringt, kun je op dat terrein actie ondernemen.
Ommekeer
De ommekeer kan plaatsvinden door voor jezelf na te gaan aan welke spanningen of problemen je zelf iets kunt doen en welke patronen je kunt doorbreken. Bijvoorbeeld door beter grenzen te stellen, meer te delegeren, verantwoordelijkheden te leggen waar ze horen en hulp te vragen bij zaken die boven je hoofd groeien. Een mooi ezelsbruggetje is, in het volgende zinnetje telkens de nadruk op een ander woord te leggen: ‘moet ik dat nu doen?’
Stop energie in zaken waar echt je interesse en motivatie ligt. Doorbreek vaste patronen om (dagelijkse) energieslurpers aan te pakken.
Als preventiemedewerker kun je helpen om het niet zichtbare, wel zichtbaar te maken. Signaleer wanneer zaken zich voortslepen en er te lang doorgegaan wordt. En blijf roepen als probleemsituaties binnen de organisatie niet aangepakt worden. Kortom: Blijf wakker op de genoemde signalen, zowel voor jezelf als op organisatieniveau en trek op tijd aan de bel!
Marian Leenders, werkt sinds 2001 als coach, loopbaanadviseur en trainer vanuit Leenders Loopbaancoaching. Zij heeft totaal 25 jaar ervaring in het bedrijfsleven. Zij is aangesloten bij Noloc en Stichting Begeleiden bij Burnout & Stress, een landelijk netwerk van gedreven professionals.
Deze blog is geschreven voor en gepubliceerd op www.overpreventie.nl